Er is niks mis met koken. Behalve als Heinz zich ermee bezig gaat houden. Dan loopt het meestal uit de hand. In dit boekje rijgt hij muizen, konijnen, kippen en de paashaas aan het spit, maakt hij kennis met de Franse keuken, de Mexicaanse, de Griekse, de Hongaarse en natuurlijk de Hollandse. Hij krijgt Bonzobrokken voorgeschoteld, rotte vis, beschimmelde truffels, zeepbonbons, ijs, vetbolletjes, karnemelkse pap, smotse, bloedbeuling, hondenhersens in bloedsaus en sjasliek. In de tussentijd moet hij van Frits ook nog eens in de vrije natuur z’n eigen kostje bij elkaar zien te scharrelen.